Driekus test de kunstroute van Zwolle
In Zwolle is er een half miljoen euro besteed voor een kunstroute die het station met de binnenstad verbindt. Want wat bleek volgens sommigen: bezoekers met de trein zouden het centrum van onze stad niet kunnen vinden. Wij gingen kijken of dat schijnbare probleem – 500 duizend euro later – is opgelost.
Een test, dat moeten we doen, vonden we op de redactie. Want een half miljoen euro voor een euvel dat er volgens ons niet was – of in ieder geval voor een stuk minder had kunnen worden opgelost – moet wel zijn geld waard zijn.
Ons oudste redactielid had nog een achteroom wonen in Bellingwolde. Nog nooit met de trein geweest, nog nooit in Zwolle geweest, en dus totaal onbekend met het centrum en het station. Kortom: de perfecte kandidaat. Driekus stond zaterdagmiddag 14.00 uur op perron 3 te wachten, met een zak aardappelen en vers geperste melk voor op de redactie.
We namen Driekus mee naar het grote videoscherm in de stationstunnel en van daaruit moest hij zelf de weg naar het centrum zien te vinden. Immers: dat was toch in de eerste plaats de bedoeling van de 500 duizend euro? Wij zouden niets tegen hem zeggen, hoogstens af en toe een kuchje als hij te ver zou afdrijven van de kudde. Het grote videoscherm was indrukwekkend voor de Groninger, zeker toen er schaapsherders voorbij kwamen. Na een kwartier was het tijd om te gaan.
Driekus las het plakkaat naast het videoscherm waarop stond dat het station met het centrum was verbonden door blauwe lijnen en kunstwerken. Dat léék eenvoudig, maar was het niet. Want de eerste keuze was al de moeilijkste. Welke uitgang van het station moest hij nemen? Linksaf (de goede) of rechtsaf (richting Stadskantoor). Driekus bleef kalm, speurde naar de grond, snuffelde als een beagle bijna met zijn neus op het oppervlakte op zoek naar iets blauws. Tevergeefs.
Wij kuchten een beetje naar links. Driekus volgde.
Boven bij de Smullers ontstond er teleurstelling op het gezicht van de inwoner van Bellingwolde. Geen blauwe lijnen, maar wel drie mogelijkheden: linksaf richting de stationshal, rechtsaf richting Assendorp of rechtdoor. Wij kuchten rechtdoor, Driekus begreep het. Voor het zebrapad tegenover de Starbucks zelfde probleem. Geen blauw, wel drie opties. ‘Eigenlijk vier’, wees Driekus chagrijnig achter zich, waar de trein richting Groningen weer huiswaarts keerde. We hielpen hem een eindje op de goede weg door naar voren te wijzen.
Daar, in de verte, was de blauwe lijn te zien. Het leidde de bezoeker naar het eerste kunstwerk, een bult in de straat waar binnenin een treinspoor was gemaakt. Het was mooi, vonden wij, en Driekus ook. Nog belangrijker: we waren op de juiste weg en nu zou het slechts een kwestie moeten zijn om ons vast te klampen aan de blauwe sliert. Maar ook dat was makkelijker gezegd dan gedaan.
Het blauw hield op bij het ondergrondse treinspoor. En toen waren er weer twee mogelijkheden: oversteken naar de Buitensociëteit of doorlopen richting Wientjes. Driekus koos op zijn gevoel voor het laatste en vond zo’n honderd meter verder weer de blauwe kronkel die ons leidde naar kunstwerk nummer 2, een bronzen plakkaat van Zwolle. Oordeel: fraai!
Maar daarna weer vertwijfeling, als de stoeptegels verstookt blijven van blauw lint. Steken we de Burgemeester van Roijensingel over of niet? We doen wat iedereen doet – ook zonder kunstroute – en we volgen de massa naar de overkant. En als we het echt niet weten, dan vragen we het gewoon. Dan slaat de vertwijfeling bij Driekus helemaal toe. De blauwe lijn dirigeert ons niet naar één kant, maar naar twee: links richting de Potgietersingel en rechts richting de Sassenpoort. Driekus gooit een euromunt in de lucht en loopt daarna rechtsaf.
Uiteindelijk komen we bij het laatste kunstwerk: een audioscoop met geluid erin die een tijdcollage met Zwolse accenten moet laten horen. Driekus legt zijn oor er tegenaan en mompelt dat de geluiskwaliteit niet zo goed is als bij hem in de huiskamer. Hij wil door, snel naar het centrum voor een glas karnemelk met roggebrood. Driekus voelt dat hij dichtbij is, dat het doolhof hem niet heeft gevangen.
Maar dan: de grootste uitdaging van de middag. De kunstwerken en de blauwe lijnen zijn uitgeput, nergens meer te vinden. Maar Driekus staat voor de kruising van de Burgemeester van Roijensingel en de Sassenpoorterbrug. Linksaf is het centrum, rechtdoor is Assendorp, en rechtsaf is de weg terug naar het station. Onze nuchtere achteroom kiest de laatste optie, versnelt zijn pas, steekt een hand in de lucht en belt ’s avonds op om ons te bedanken voor de ‘leerzame’ dag in Zwolle. Een ding begreep hij echter niet: ‘Waarom vragen jullie elkaar in Zwolle niet gewoon de weg? Dat is een heel stuk goedkoper.’
*Uit privacyoverwegingen is de naam van Driekus gefingeerd.