Sterk spul hè, ouderliefde…
Hanneke Poelmans schrijft geregeld op ZwolleNu over wat haar bezighoudt en wat haar verwondert.
We zitten in de auto, op weg naar een verjaardag, mijn zoon en ik. Voorin, naast elkaar.
Hij, met z’n benen over elkaar, Donald Duckje op schoot.
Ik met m’n handen op tien over tien, blik op de weg, brok in m’n keel.
Vanwege die benen. En het Donald Duckje. De kromming in z’n rug.
Hij is maar een week weggeweest, maar toch is hij alweer zo veranderd.
Wanneer is hij een jongen geworden die rustig een Donald Duckje las? Groep drie zit ‘ie nu. Zes jaar. Te jong om de teksten te kunnen lezen, maar oud genoeg om de verhaallijn te volgen, te gniffelen om de grapjes, rustig van voor naar achter het blaadje door te nemen.
Dat met die beentjes heeft ie al zo lang ik me herinner. Net als z’n handen in z’n jaszakken of op z’n rug. De houdingen van een oudere, gedistingeerde heer. Welke peuter loopt er nu met z’n handen in z’n zakken door het park?
‘Ik luister, lach en af en toe zeg ik iets, met moeite, om niet te laten merken hoe dik m’n keel is als er woorden uitkomen.’
Elke keer als ik hem na een week weer zie, is het alsof ik hem even voor het eerst zie. In een fractie van een seconde bouwt mijn bewustzijn zijn gedaante detail voor detail op. Z’n gezichtslijn, z’n houding, z’n stem, z’n geur. Elke keer is hij weer groter geworden. En elke keer wil ik hem het liefst helemaal doodknuffelen, z’n geur opsnuiven, nooit meer loslaten.
Hij vertelt over z’n nieuwste app, z’n fietstochtje gister met papa, de voordelen van papa’s auto boven de mijne (regensensor), de voordelen van mijn auto boven die van papa (verstelbare luchtroostertjes).
Doodgewone keuveldingen. Maar op dit moment het allermooiste.
Ik luister, lach en af en toe zeg ik iets, met moeite, om niet te laten merken hoe dik m’n keel is als er woorden uitkomen.
Sterk spul hè, ouderliefde.