Zwollenaren helpen elkaar in de coronacrisis, ‘het was zo fijn om te doen’

Tijdens de coronacrisis staan veel Zwollenaren op om een ander te helpen. In een serie artikelen spreken we hen: de stille krachten in de stad die belangeloos voor anderen klaar staan. In de tweede aflevering Marjet Sikkema (26).

Tekst: Erik Riemens

‘Iedere keer eindigde ik mijn bezorgronde bij mijn oude buurvrouw. Daar sprak ik dan een poosje mee. Zo kon ik haar ook even wat moed inpraten.’ De Zwolse Marjet Sikkema (26) bracht in de eerste coronaperiode wekelijks maaltijden rond in woonzorgcentrum Berkumstede. ‘Het kostte mij weinig moeite en leverde zoveel op.’

Marjet was al ingeschreven bij de Stichting Hart voor Zwolle en reageerde op de oproep voor maaltijdbezorgers in Berkum. De vrijwilligers die dat eerst dagelijks deden, mochten vanwege corona en de risico’s geen eten meer rondbrengen.

‘Ik ben fysiotherapeut in de Isala klinieken. Ik werk 4,5 dag per week en heb in coronatijd op de IC vooral de verpleegkundigen ondersteund. Zo kon ik op maandagmiddag prima de maaltijden rondbrengen. Iedere week waren er dat zo’n 20 tot 30. Dat rondbrengen kostte mij een half uurtje denk ik, al was dat ook afhankelijk of mensen zin hadden in een praatje.’

Bang zijn
En dat bleek zo te zijn. Het contact, het gesprekje en de maaltijd natuurlijk. Het werd allemaal erg gewaardeerd door de bewoners. ‘Als ik daar binnenkwam, was er altijd een vriendelijke vrouw die zorgde dat ik het gebouw inkon. Ook hield zij alles een beetje in de gaten. Een soort ‘baas’. Als ik aankwam, zat zij dan met wat andere bewoners op de gang in hun scootmobiel heel gezellig te praten. Ik kletste dan wat mee.’

(tekst loopt door onder foto)

‘Wel was iedereen heel voorzichtig. Dat viel mij wel op. Steeds werd gezegd van: ‘houd je wel genoeg afstand?’ Je ziet toch dat de mensen behoorlijk bang zijn. Want als ik bij sommige mensen aanbelde, dan werd de deur heel voorzichtig opengedaan.’

Moed in
Aan het eind van de route, praatte Marjet altijd een poosje met haar oud-buurvrouw. Over herinneringen van toen en de tijd van nu. ‘Dan sprak ik haar ook even moed in. Voor mij kwam het bezorgen allemaal heel goed uit. Ik ben opgegroeid in dezelfde straat als waar de aanleunwoningen staan. Ook zat mijn vader op dat moment in de lappenmand. Dus kon ik daarna meteen door om daar de nodige zorg te verlenen.’

Zo opgelost
Na ruim zes weken, mochten de oorspronkelijke vrijwilligers hun taak weer oppakken. De tijdelijke bezorgers hadden in hun periode een groepsapp aangemaakt. ‘Als iemand op een bepaalde dag niet kon en vervanging zocht, dan werd dat zo opgelost. Echt, het was zo fijn om te doen. Het kostte zo weinig moeite en het leverde zoveel op.’

Dinsdag maatje
Met het bezorgen van de maaltijden, kreeg Marjet de smaak van het helpen te pakken. ‘Ik ben nu nog steeds actief voor de Stichting Hart voor Zwolle. Om de twee weken heb ik op dinsdag een maatje. Dat is een vrouw waarmee ik dan een gezellige middag heb. Dan gaan we bijvoorbeeld even langs haar werk of we doen samen andere leuke dingen. En ook nu weer: het kost mij weinig moeite en het levert echt zoveel op.’

[box type=”info” align=”” class=”” width=””]Kent u ook Zwollenaren die anderen helpen tijdens de coronacrisis en hun verhaal willen vertellen. Laat het ons dan weten via info@zwollenu.nl. Heeft u zelf hulp nodig of wilt u anderen in de stad helpen? Meld u dan aan bij SamenZwolle.[/box]

Back to top button